Thuiswerken is niet meer weg te denken uit de huidige samenleving. Heb je werknemers die in het buitenland wonen en thuiswerken? Dan kan er sprake zijn van een vaste inrichting in het buitenland. We leggen uit wat een vaste inrichting is en hoe het ontstaat bij thuiswerken in het buitenland.
Wat is een vaste inrichting?
Een vaste inrichting is een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van de onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend in een ander land dan waar het hoofdkantoor van het bedrijf is gevestigd, zoals een winkel of een werkplaats. Een Nederlandse B.V. kan bijvoorbeeld een vaste inrichting krijgen in België op het moment dat er een winkel wordt geopend in België. Omdat een vaste inrichting behoorlijk complex is, is het fijn dat Nederland en België een overeenkomst hebben gesloten over dit thema.
Een vaste inrichting in het buitenland kan, naast gevolgen voor de belastingheffing over het loon van jouw werknemer, ook gevolgen hebben voor de winst- en omzetbelasting. We schreven eerder ook al over het ontstaan van een salary split bij thuiswerken in het buitenland in het blogartikel: Denk aan ‘salary split’ bij thuiswerken in het buitenland.
Wanneer is de thuiswerkplek een vaste inrichting?
Dit is afhankelijk van diverse feiten en omstandigheden. Het enkele gebruik van de thuiswerkplek is onvoldoende om als vaste inrichting te gelden. De thuiswerkplek moet de onderneming ook ter beschikking staan. In de overeenkomst tussen Nederland en België zijn handvatten opgenomen aan de hand waarvan je kan bepalen of er sprake is van een vaste inrichting. Er zijn drie situaties te onderscheiden:
- Incidenteel thuiswerken: omdat er geen sprake is van continuïteit, staat de thuiswerkplek niet ter beschikking aan de onderneming.
- Structureel thuiswerken en mogelijkheid om op locatie te werken: in beginsel geen vaste inrichting, omdat de werknemer keuze heeft. Als uit de feiten echter blijkt dat de werkgever feitelijk vereist dat de werknemer de werkzaamheden vanaf de thuiswerkplek verricht, dan kan er wel sprake zijn van een vaste inrichting.
- Structureel en verplicht thuiswerken: in dit geval kan er een vaste inrichting zijn als de thuiswerkplek ter beschikking staat aan de onderneming. Dit is een feitelijke toets, waarbij je onder andere moet kijken naar de contractuele en/of feitelijke verplichting om thuis te werken. De feitelijke verplichting kan bestaan uit het ontbreken van een werkplek in het land waar de werkgever is gevestigd of doordat de werknemer het gebruik van de thuiswerkplek niet eenzijdig kan stopzetten.
Praktische handreiking tussen Nederland en België
Het thema vaste inrichting is behoorlijk complex. In de overeenkomst tussen Nederland en België is een praktische handreiking opgenomen. Er is géén sprake van een vaste inrichting indien:
- De werknemer 50% of minder van de arbeidstijd vanuit huis werkt gedurende een tijdvak van 12 maanden beginnend of eindigend in het desbetreffende belastingjaar.
- De werknemer vanuit huis enkel hulpwerkzaamheden of werkzaamheden van voorbereidende aard verricht. Dit betekent dat er andere werkzaamheden dan de hoofdactiviteiten van de onderneming vanuit huis worden verricht.