Voor veel werknemers breekt de vakantieperiode aan. Het kan wel eens voorkomen dat je als werkgever een vakantieaanvraag van een werknemer moet weigeren vanwege een zwaarwegend bedrijfsbelang. Maar wat als je vermoed dat een werknemer tijdens ziekte zonder toestemming op vakantie gaat? Hoe moet je als werkgever daarmee omgaan?
Onlangs speelde hierover een rechtszaak waarbij een werkgever besloot tot ontslag op staande voet. Was dat wel de juiste beslissing?
Werkneemster stiekem op vakantie tijdens ziekte?
Een werkneemster begon op 3 maart 2023 bij de werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Op 28 juni 2023 meldde zij zich ziek. De werkgever kon haar, ondanks meerdere pogingen, niet bereiken en gaf haar een waarschuwing.
Op advies van de arbodienst moest de werkneemster haar werkzaamheden hervatten, maar ze bleef onbereikbaar. Uiteindelijk besloot de werkgever haar op 21 september 2023 op staande voet te ontslaan, omdat ze haar re-integratieverplichtingen niet nakwam en vermoedelijk op vakantie was tijdens ziekte. De werkgever had namelijk een filmpje gezien op TikTok van de werkneemster op Curaçao, terwijl zij geen vakantie had aangevraagd.
De werkneemster vecht het ontslag aan en verzoekt de kantonrechter het ontslag op staande voet te vernietigen. Ze eist ook de gefixeerde schadevergoeding, de transitievergoeding, een billijke vergoeding en het achterstallig loon.
Kantonrechter: ontslag op staande voet is te ingrijpend
De werkgever zag een TikTok-filmpje van de werkneemster met de teksten: “Summer 2023 was by far the best #Summer #summerrecap #2k23” en “Oranjestad”. Op basis hiervan concludeerde de werkgever dat de werkneemster in de zomer van 2023 op vakantie was naar Curaçao, terwijl ze eigenlijk bij de werkgever moest re-integreren.
De Kantonrechter leidde uit de ontslagbrief af dat het vertrouwen van de werkgever in de werkneemster al was aangetast door haar houding bij de re-integratie. De vermeende vakantie naar Curaçao was volgens de werkgever de "druppel die de emmer deed overlopen”.
De werkneemster kon echter aantonen dat het TikTok-filmpje oude beelden bevatte en dat ze niet tijdens haar ziekte op vakantie was. Hierdoor oordeelt de Kantonrechter dat het ontslag op staande voet onterecht was. Het TikTok-filmpje was onvoldoende bewijs om aan te tonen dat de werkneemster daadwerkelijk op vakantie was naar Curaçao terwijl ze moest re-integreren. En het feit dat de werkneemster niet meewerkte aan haar re-integratie was onvoldoende voor ontslag op staande voet. De werkgever had in dit geval een loonstop moeten opleggen.
Werkneemster krijgt een schadevergoeding
Het ontslag op staande voet is dus onterecht. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd zonder daarbij rekening te houden met de wettelijke opzegtermijn. Hierdoor heeft de werkneemster recht op de transitievergoeding en de gefixeerde schadevergoeding.
De gefixeerde schadevergoeding is gelijk aan het loon over de periode dat de arbeidsovereenkomst zou duren als de werkgever wel de wettelijke opzegtermijn in acht had genomen. In dit geval moest de werkgever één maandsalaris betalen als gefixeerde schadevergoeding. De werkneemster krijgt € 2.025,60 bruto.
De kantonrechter oordeelt dat de werkneemster geen recht heeft op een billijke vergoeding. Het ontslag op staande voet was niet zo ernstig verwijtbaar dat een extra financiële tegemoetkoming nodig is. De werkneemster heeft inmiddels ook alweer een nieuwe baan.