De Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) drempelvrijstelling speelt een belangrijk rol in het Nederlandse pensioenlandschap. Deze vrijstelling, die is van kracht is sinds 2021, biedt werkgevers de mogelijkheid om hun werknemers eerder te laten stoppen met werken zonder dat er een pseudo-eindheffing wordt toegepast van 52% bovenop de reguliere loonheffingen. De vrijstelling is bedoeld om RVU’s te stimuleren.
Wat zijn de voorwaarden voor de drempelvrijstelling?
De voorwaarden voor de RVU drempelvrijstelling zijn als volgt:
- De uitkering dient plaats te vinden in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.
- De RVU-vrijstelling geldt voor de periode van maximaal 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-leeftijd. Gaat de uitkering minder dan 36 maanden voor de AOW-leeftijd in, dan geldt de vrijstelling alleen nog voor de resterende maanden.
- De RVU-vrijstelling bedraagt maximaal € 2.182 per maand en daarmee € 78.552 voor 36 maanden (bedragen 2024).
- Er is (nog steeds) een reguliere RVU-heffing van 52% verschuldigd, wanneer je als werkgever eerder dan 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-leeftijd een vergoeding in het kader van een RVU uitbetaalt. Daarnaast ben je ook over het gedeelte van het bedrag dat boven de RVU-vrijstelling uitkomt, de reguliere RVU-heffing verschuldigd.
- Deelname aan een vroegpensioenregeling gebeurt altijd vrijwillig, een werknemer kan hiertoe dus niet gedwongen worden.
Overgangsregeling voor betalingen van 2026 tot 2028
Voor betalingen van 2026 tot en met 2028 geldt een overgangsregeling. Hierbij geldt dat werkgevers en werknemers een overeenkomst moeten hebben gesloten voor de deadline van 31 december 2025. Dit is een cruciale datum voor werkgevers en werknemers om van deze regeling gebruik te kunnen maken. Ook na 2025 zal het maximale bedrag jaarlijks worden geïndexeerd.
Een RVU hoeft overigens niet in alle gevallen tot een strafheffing te leiden ondanks dat de drempelvrijstelling niet (meer) kan worden toegepast. Het is belangrijk om dit tijdig te (laten) onderzoeken om verrassingen te voorkomen. Om zekerheid te krijgen kan de regeling worden voorgelegd bij de Belastingdienst, die beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking.
Toekomst van de RVU drempelvrijstelling
De toekomst van de RVU drempelvrijstelling is nog onzeker. De vakbonden spelen hierbij een belangrijke rol. Zij pleitten voor een verlenging en verruiming van de regeling. Vakbonden zien de RVU drempelvrijstelling als een belangrijk instrument om werknemers die onder zware omstandigheden werken of die de AOW-leeftijd naderen, een waardig en financieel zeker pad naar hun pensioen te bieden.
Aan de andere kant kampen veel sectoren nog steeds met een flink tekort aan arbeidskrachten. Dit maakt het creëren van een doelmatige en doeltreffende regeling lastig.